Alleen voor moeders? Hockeymam (deel 9)

25-7 Nieuws
Alice Binnendijk is journalist en chef reportage bij het weekblad Flair. Ze is getrouwd en moeder van twee hockeyende dochters, Jip (11) en Merel (9). Elke week schrijft ze op over de (grote) rol die hockey in haar leven speelt. 
 
Deze week aflevering: Sport is emotie
 
Afgelopen week werd ik gebeld door iemand van club B. Het was een man en hij had goed nieuws, en minder goed nieuws voor me, zei hij. Aan dit telefoontje waren elf tamelijk zenuwslopende weken vooraf gegaan, dus ik zette me schrap.
 

‘Even kijken,’ zei hij, ‘dat ik niet de namen door elkaar haal.’ Hij pakte zijn aantekeningen erbij, want het bleef even stil. ‘Merel,’ begon hij, ‘Merel heeft een paar keer meegetraind en dat zag er goed uit. Ze is snel en technisch goed en er was een prima klik met de rest van de meisjes.’ Hij stopte even. Mijn hart bonkte in mijn keel: zeg het, zeg het gewoon! Hup, voor de draad ermee! Maar ik zei niets en wachtte beleefd. ‘Er komt wat plek vrij in de lichting van de tweedejaars E-teams, dus ik denk dat er voor Merel ruimte is om lid te worden bij onze vereniging.’
 

Ik wilde het uitschreeuwen, want mijn hemel, wat een moeite en geduld had dit gekost, maar ik hield me netjes in, zoals een goede hockeymoeder betaamd. ‘Dat is goed nieuws,’ zei ik. ‘Daar ben ik ontzettend blij mee.’ Ik wist ook meteen wat het minder goede nieuws zou zijn, maar ik bleef nog even zweven in de vreugde voor Merel. ‘Ik kan het nog niet met zekerheid zeggen,’ ging hij verder, ‘maar ze gaat naar een achttal.’ Beter kon niet, wist ik. Bij onze huidige hockeyvereniging wordt bij tweedejaars E teams nog geen achttal hockey gespeeld. Daar dartelt het nog vrolijk een jaartje met z’n zessen op een kwart veldje door. Dat niveau was Merel al een tijdje gepasseerd, dus mijn inzet is niet voor niks geweest. Het is haar gewoon gelukt, dacht ik. ‘Geweldig!’ riep ik, ‘Ik ben echt heel trots.’
 

‘Maar dan het minder goede nieuws,’ vervolgde hij en ik wist wat er ging komen. ‘De huidige lichting waarin Jip speelt, de 8D, is een volle lichting. Daar worden nu elftallen geformeerd, maar we hebben veel speelsters, en er komt haast niets vrij. Daarnaast zijn er flink wat nieuwe aanmeldingen waarvan gekeken moet worden of dat familie is van huidige leden. Ik denk niet dat Jip lid kan worden. Ze speelt goed, ze verdient een plek in de D1 of D2. Maar we hebben daar gewoon geen plek.’
 

Ik wist het. Het was me al in een eerder stadium gezegd. Moeilijke lichting, want veel meisjes en weinig plek. Ondanks dat ik weet dat Jip bij club A goed zit, ze haar op waarde inschatten en iets doen met haar talent, steekt het een beetje. Alsof ze haar niet willen. Mijn eigen snelle, hardwerkende, trouwe en over enthousiaste grote dochter van elf jaar die maar één ding wil: Naomi achterna. Haar kamer hangt vol met posters van het Nederlands hockey-elftal. Met Maartje Paumen in actie, met covers van hockey.nl waarop Maartje en Naomi lachend in het oranje staan.
 

Haar hockeyschrift bevat ‘al’ negen handtekeningen van haar favoriete hockeysterren van Laren, Amsterdam en Den Bosch die ze bij bezoek aan verschillende wedstrijden heeft weten te bemachtigen. De hockeystick ligt naast haar bed, en elke vrije minuut staat ze op straat te knallen met die bal. Jip is hockey, denkt hockey, droomt hockey. Uitgerekend voor haar hebben ze geen plek bij B. Mart Smeets zei het al: sport is emotie en ik slik mijn tranen weg.